“Ik begrijp er niets van. Ik heb leuk werk, leuke vrienden een leuke huisje en toch voel ik mij helemaal uitgeput”, zei Kim. “Hoe kan dat nou”?
Kim zat tegenover mij druk pratend en gebarend en op het puntje van haar stoel. Het voelde voor mij dat ze in de actie zat. Hoog en naar voren gericht. En dat zag je terug in de spierspanning van haar lijf. Opgetrokken schouders en een hoge oppervlakkige ademhaling. “Het is alsof ik in de TGV zit en ik niet kan uitstappen. Er zijn geen stations”, vervolgde Kim.
Basisgevoel
Je basis voelen betekent voor mij dat je veilig en geborgen kan voelen in jezelf en in relatie tot je omgeving. Het basisgevoel geeft rust en vrijheid. Dat zie je, hoor je en voel je. En ruik je soms ook.
Ted Troost heeft mij mede geleerd hoe belangrijk het is om goed in je basis te zijn als therapeut. Hij kwam dan achter je staan om in je zij te prikken. Deed je te veel je best of was je teveel gefocust op de ander dan deed het prikken van Ted veel pijn. Was je wel in je basis dan deed het zelfde prikken weinig tot niets.
Zorgen versus ontvangen
Kim kwam er snel achter dat haar agenda altijd vol is. Een avond niks gepland levert onrust op voor haar. “Vinden ze me nog wel leuk als ik nee zeg”, vraagt ze zich af. “Heb je het ook andersom”?, vraag ik. Dat vindt ze heel normaal. “Bijzonder toch, dat je voor de ander veel liever bent dan voor je zelf”, zeg ik. Het raakt haar en ze schiet vol. Ze moet meteen ook denken aan de middelbare school. “Dat was een rot tijd. Ik werd vaak gepest”. Ze vervolgt, “Ik heb mezelf voorgenomen dat ik nooit meer aan de zijlijn ga staan”. Kim is bang om de ander te verliezen en gaat ontzettend hard haar best doen voor de ander. Deze overleving mechanisme is lang succesvol geweest voor Kim, maar nu gaat het steeds minder werken.
Na een paar sessies voelt ze meer rust en wordt ze steeds vrijer. Haar zelfvertrouwen neemt toe en angst voor afwijzing neemt af.
“Hoe zit je nu op je stoel Kim?”, vraag ik. Ze begint te lachen en merkt dat ze nu de hele stoel gebruikt en na lange tijd voelt ze haar billen weer. Ze roept blij, “Ik zit in mijn basis, eindelijk”. “Rust”.